Weinig hiërarchie in Nederland
Een gedachtenspinseltje over ‘onze’ lage hiërarchie waar veel Nederlanders toch wel erg trots op zijn. Hoe zit het eigenlijk?
Uit nieuwsgierigheid heb ik eens de culturele dimensies van de vijf meest invloedrijke wetenschappers op het gebied van cultuurverschillen opgeteld. Ik telde er 32. Twee-en-dertig aspecten waarin culturen verschillen. Dat geeft wel aan hoezeer een model afhangt van de keuzes van de onderzoeker. In al deze modellen zijn er maar twee aspecten die consequent naar voren komen; Taak- of Relatiefocus (daarover een andere keer meer) en visie op Hiërarchie.
Visie op hiërarchie
Mensen zijn groepsdieren en zoals bij dieren ontstaat er binnen elke groep een hiërarchische structuur. Dit is een sociologisch verschijnsel waar we niets aan kunnen doen, en ook niets voor hoeven te doen; het gebeurt. Dit is dus geen cultuur.
De mate waarin hiërarchie ontstaat en welke taken en verantwoordelijkheden bij de verschillende hiërarchische lagen horen, daar zitten wel verschillen in. Dat is dus wel cultuur.
Weinig hiërarchie
Nederland heeft een van de laagst gemeten machtafstanden, samen met andere Noord-Europese landen. Een zeer lage mate van hiërarchie betekent onder andere dat mensen vinden dat ze net zoveel recht hebben op een mening, en dat hun mening evenveel waarde heeft als mensen met een hogere hiërarchische positie. In onze basiswaarden gaan we ervan uit dat niemand macht over een ander heeft, tenzij de ondergeschikte persoon die macht geeft. Dit uitte zich tijdens de coronacrisis onder andere dat mensen zich maar mopperend aan de restricties hielden, en ook probeerden onder de regels uit te komen. De sturende waarde onder dit gedrag was in het Nederlandse geval dus niet rebelleren tegen het gezag, maar meer de attitude van “Waarom zou jij het beter weten dan ik? Ik kan best voor mezelf beslissen hoe we de coronapandemie onder controle houden!”
Op het werk accepteren we – kicking and screaming overigens – een hiërarchische structuur omdat het werk anders niet gedaan kan worden. “Nou ja, vooruit dan maar, omdat het je taak is”. We accepteren op het werk dat iemand macht over ons kan uitoefenen omdat we er geld voor terugkrijgen, en omdat we snappen dat het werk georganiseerd moet worden. Maar macht op het werk wordt toebedeeld aan rollen, niet personen. We geven mensen een bepaalde rol. Daaruit volgt dat die rol en de bijbehorende macht dan ook alleen maar in de werksituatie geldig is. Op het moment dat de rol wegvalt dan ga je weer terug naar de basis, en die is “jij hebt geen macht over mij”. Op het moment dat je de deur van het kantoor achter je dicht doet, dan is je baas een Nederlander, net als jij. Dus als zij iets aan je vraagt staat het je volkomen vrij om daar wel of niet op in te gaan. Dat zij op het werk je baas is, is geen factor buiten het werk.
Hofstede legt in zijn boek Cultures and Organizations zijn culturele dimensie Machtafstand ook aldus uit; “Macht heb je niet, macht wordt door mensen aan anderen gegegeven”.
Waarom geven mensen dan macht?
Het mooie van hiërarchie, als het goed werkt tenminste, is dat het de lager geplaatsten veel bescherming biedt. Je geeft de ander macht over jou, je werk, het nemen van beslissingen. In ruil daarvoor neemt de hoger geplaatste ook de verantwoordelijkheid gedeeltelijk over. Zo geven kinderen macht aan hun ouders, dat is instinctief. Echtgenoten geven macht aan elkaar.
Als je op het werk gedetailleerde instructies die je van je baas hebt gekregen, opvolgt, dan ben je niet verantwoordelijk voor eventuele fouten (als de instructies fouten bevatten natuurlijk). Verder komt verantwoordelijkheid ook met hulp. Dus als de ondergeschikte iets nodig heeft, kun je dat aan je meerdere vragen. Je kunt dus zeggen dat macht gegeven wordt in ruil voor bescherming tegen de onzekerheden van het leven.
Macht in relatiegerichte landen
In relatiegerichte landen wordt macht gegeven aan mensen in plaats van aan rollen. In Afrika bijvoorbeeld wordt macht aan een specifiek persoon gegeven omdat je denkt dat die persoon jouw behoeften kan vervullen; een beter leven bijvoorbeeld. En in Zuid-Amerika, ook een relatiegericht continent, is een grotere hiërarchie gekoppeld aan het katholiek geloof. Het kernpunt van het katholieke geloof is het geloof in een redder. “We kiezen één iemand en die gaat ons redden”. Bijvoorbeeld, Evita Peron kreeg die rol in Argentinië. En dan wordt alle hoop op die persoon geprojecteerd, en die persoon mag dan ook even alles – wat weer leidt tot dictatuur. Hugo Chavez is ook zo’n voorbeeld. En Che Guevarra. Zij moeten iedereen redden, wat natuurlijk niet lukt en dan vallen ze van hun voetstuk. Dat leidt tot fatalisme, waar veel Latino’s last van hebben. Na een tijdje staat er weer een nieuwe persoon op waarop alle hoop geprojecteerd wordt, en zo blijf je steeds hetzelfde patroon herhalen.
Macht in zingevingsgeorienteerde landen
Confucius – zijn filosofieën hebben een grote invloed op zingevingsgerichte culturen – zegt dat het instinctief en natuurlijk is dat mensen elkaar macht geven. De Oost-Aziatische culturen zijn ervan doordrongen dat er een natuurlijke machtsverhouding is en deze natuurlijke machtsverhoudingen zien we terug aan alles in de maatschappij. De basis is de kind-ouderrelatie, en grote broer/zus- kleine broer/zus. Het zit in de historie van de mensheid dat oudere kinderen helpen bij de opvoeding van jongere broers en zussen. Het vervolg van de natuurlijke machtsverhouding is de relatie: Docent- student en Baas-werknemer. Het verschil tussen de docent-student en baas-werknemer relatie is dat dit rollen zijn die kunnen worden losgelaten in de Taakgerichte culturen, maar die van ouder-kind nooit. In de Aziatische culturen worden ook de docent-student en baas-werknemer rol WEL vastgehouden.
Macht aan rollen of aan mensen koppelen
Voorbeeld voor het loslaten van macht in Nederland is het voorbeeld van de docent die in het weekend gaat sporten. Als je aan een groep Nederlandse studenten vraagt hoe ze de captain van een gelegenheids-sportteam (inclusief docent) zouden kiezen, is er niemand die meteen ‘de docent’ zegt. De keuze voor de captain wordt gemaakt op basis van kwaliteiten. In een internationale groep wordt de rol van docent niet zo snel en gemakkelijk losgelaten dan in een groep Nederlandse studenten.
Dus; Machtafstand is in feite ‘in hoeverre kun je je machtsrol loslaten?” Nou ja, kun je dat zelf of doen anderen dat voor jou? Dat is culturele programmering. ‘In hoeverre laten wij in onze cultuur onze rollen vast en in hoeverre laten wij ze los?’
Geraadpleegde bronnen:
- Dingemans, A.M. & Janssen, P.T.H.M. (2021) Universal Understanding; A practical model for identifying cultural identities and how to communicate with different cultures.
- Hofstede, G., Hofstede, G.J. & Minkov, M. (2010) Cultures and Organizations: Software of the Mind. Revised and expanded 3rd Edition. New York: McGraw-Hill USA
- Kluckhohn, F. R. & Strodtbeck, F. L. (1961). Variations in value orientations. USA, Evanston: Row, Peterson.
This page is Amazing
Learn From Industry Leaders
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper.
Learn at Your Own Pace
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper.
Professional Certification
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper.