Culturele verschillen: Hoog- vs Laag-context communiceren

Wereldbol met globale technologie

Letterlijk betekent het:  communicatie tussen personen met verschillende culturele achtergronden.

In het dagelijkse spraakgebruik wordt niet zozeer communicatie in het algemeen maar het streven naar of bereiken van effectieve communicatie tussen personen met verschillende culturele achtergronden bedoeld.

Het dilemma is: Kies je voor duidelijke of voor vriendelijke taal?

Voor mensen uit laag-context culturen is het vaak erg moeilijk om subtiele signalen van hoog-context mensen te interpreteren, wij hebben hier te weinig oefening in.

Het cultuurverschil ‘hoog versus laagcontextcommunicatie’ is gepubliceerd door Edward en Mildred Hall in hun boek ‘Beyond Culture’ in 1976. Edward Hall geldt als een van de eerste wetenschappers die onderzoek deden naar cultuurverschillen vanuit een etnorelatief perspectief, en zijn model van cultuurverschillen is een van de eerste modellen die als bedoeling hadden cultuurverschillen te verklaren, zonder te pretenderen dat de ‘blanke’ of ‘Westerse’ cultuur de standaard was waaraan andere volken zich op konden trekken. 

Net als bij tijdsbesef, hebben de Nederlanders een andere communicatiestijl als de meeste andere culturen ter wereld. Er zijn veel verschillende communicatiestijlen, maar als we het over culturele verschillen hebben, dan is hoog- versus laag- context communicatie het meest relevant en onderzocht.

Laag-context communiceren betekent dat alle informatie die nodig is om een bericht te kunnen begrijpen is opgenomen in het bericht zelf. U zou dit ‘recht voor zijn raap’ communicatie kunnen noemen, en het zal je niet verbazen te horen dat de Nederlandse cultuur laag-context is.

In hoog-context culturen ligt veruit de meeste informatie van een bericht vervat in de context. In hoog-context culturen zijn de woorden die er gesproken worden totaal ondergeschikt aan datgene wat er niet gezegd wordt.

De bedoelingen van de gesprekspartner moeten afgeleid worden uit de relatie met die gesprekspartner, referenties aan gebeurtenissen uit het verleden of algemene zaken, en uit gebaren, blikken, en pauzes. Vooral Aziatische en Arabische culturen zijn meesters in het overbrengen van informatie zonder (veel en/of relevante) woorden te gebruiken.

Nu is het zo dat als mensen elkaar nog niet kennen, hun communicatie in het begin wel laag- (of: lager) context moet zijn, omdat er minder gedeelde kennis is. Die kennis bestaat uit: gedeelde ervaringen, gedeelde normen en waarden, een gedeelde cultuur en een gedeelde sociale context. Hoe langer mensen elkaar kennen, hoe meer zij op een hoog-context manier communiceren.

Denk maar aan je eigen familie bijvoorbeeld; jullie hebben vast familiegrapjes waarbij je maar 1 woord hoeft te zeggen en iedereen weet wat je bedoelt. Of misschien heb je wel een eigen taaltje ontwikkeld over de jaren. Ook kun je vaak met 1 blik naar je partner of kind een boodschap overbrengen. Dit is hoog-context communiceren.

Je kunt je voorstellen dat dit hoog-context communiceren in een zakelijke omgeving veel invloed heeft. Laag-context communiceren in zaken vindt u voornamelijk in de Angelsaksische and Scandinavische culturen: zoals Nederland, Duitsland, Duitssprekend Zwitserland, Oostenrijk, België, de Scandinavische landen, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Engelssprekende Canadezen, Australië en Nieuw Zeeland.

Alle andere culturen (dus het grootste deel van de wereld!) is in meer of mindere mate hoog-context. Zoals gezegd, verschillende Aziatische, zoals de Japanse, Chinese en Koreaanse culturen en de Arabische cultuur zijn meesters in hoog-context communiceren.

Kenmerken van laag-context communiceren zijn het expliciete karakter van het woordgebruik, waarin regels en procedures worden uitgelegd en vastgelegd, en verwachtingen van elkaar (of elkaars resultaten) openlijk worden besproken.Veel informatie wordt ook schriftelijk vastgelegd, geformaliseerd en breed toegankelijk gemaakt. Beslissingen en activiteiten zijn gericht op resultaten. Verdeling van verantwoordelijkheden.

Bij hoog-context communiceren is er een verwachting van een gedeeld referentiekader, waaraan veelvuldig gerefereerd wordt in een gesprek. De communicatie is voornamelijk indirect, waarin veel – vaak de belangrijkste! – informatie niet uitgesproken wordt. Hieruit volgt dat communicatie voornamelijk in persoonlijke ontmoetingen plaatsvindt.

Kennis is daarom op de persoon gericht, en speelt een centrale rol in het verkrijgen en behouden van macht. Doordat informatie niet vrij verkrijgbaar is, is er een scherpe scheiding tussen welke personen bij de groep horen en welke personen ‘outsiders’ zijn.

Wat betekent dit nu voor het zakendoen met mensen uit andere culturen?
Normaal gesproken is het voor zakelijke doeleinden veel eenvoudiger om laag-context te communiceren, zeker als je met mensen uit andere culturen te maken hebt. Omdat hoog-context communicatie sterk afhankelijk is van een gedeeld referentiekader wordt de effectiviteit van de communicatie nogal beïnvloed op het moment dat je geen langlopende verbinding maar zelfs ook geen gedeelde culturele achtergrond hebt met je gesprekspartner. Laag-context communicatie is veel duidelijker, veel explicieter, met meer schriftelijke informatie – en laat daarom veel minder ruimte voor miscommunicatie.

“Helaas vinden mensen uit hoog-context culturen
deze manier van communiceren vaak ‘koud’
en onpersoonlijk en zij kunnen het ook
als een belediging opvatten”

Het willen vastleggen en expliciet maken van informatie kan door hoog-context mensen opgevat worden als een gebrek aan vertrouwen in de integriteit van de zakenpartner. Probeer hierin een balans te vinden, bijvoorbeeld door allereerst uitgebreid de tijd te nemen met uw zakenpartner te spreken over allerlei (misschien in uw ogen niet ter zake doende) onderwerpen, eens samen te lunchen, elkaar te leren kennen.

Dan aan het einde van een bezoek, of na verschillende keren afgesproken te hebben, kun je voorzichtig het zakelijke onderwerp naar voren brengen, en dat dan op een meer directe manier bespreken. Schriftelijke informatie kan ook beter worden gepresenteerd nadat er mondeling al afspraken zijn gemaakt (in plaats van de schriftelijke informatie als basis voor een mondelinge conversatie te gebruiken).