Emigreren met kinderen, wat is de juiste leeftijd?

1. Kleine kinderen:

Baby’s en peuters passen zich erg gemakkelijk aan een nieuwe omgeving aan. Zo lang hun ouders bij hen zijn, vinden ze alles best en passen ze zich na een korte gewenningsperiode prima aan een nieuw ritme, klimaat en eten aan.

2. Basisschoolleeftijd:

In het algemeen geldt; hoe ouder het kind, hoe moeilijker de overgang. Hoe ouder het kind is, hoe meer hij zich bewust is van de zaken en mensen die hij moet achterlaten. Gelukkig hebben ze nog wel de leeftijd waarop het aanleren van een nieuwe taal nog erg gemakkelijk gaat (veel makkelijker dan volwassenen), en zo lang er andere kinderen van dezelfde leeftijd zijn, zullen ze daar vriendschappen mee sluiten. De gewenningsperiode zal, afhankelijk van het kind, wel een paar maanden tot een jaar duren.

3. Middelbare schoolleeftijd / adolescenten:

Deze leeftijd is de moeilijkste leeftijd om naar een ander land te verhuizen. In de pubertijd verplaatst het referentiekader zich van de ouders naar de vriendengroep, en willen de jongeren meer controle over hun eigen leven uitoefenen en zelf beslissingen nemen. Als je ze meeneemt naar het buitenland, kunnen ze zich voelen alsof ze deze controle kwijt zijn, en bovendien neem je ze hun referentiekader (hun vriendengroepen) af. Het is voor jongeren heel erg moeilijk om zich aan een nieuw leven aan te passen.

4. Volwassen kinderen:

Nu wordt het juist erg makkelijk om te emigreren. Volwassen kinderen kunnen namelijk zelf beslissen of ze met je mee gaan, of dat ze liever in het thuisland blijven. Ouders hebben in het buitenland kan voor hen een interessante nieuwe vakantiebestemming betekenen, of een goede bestemming voor een uitwisselingsjaar of internationale stage.